De elektronen van de diverse subnivo's verschillen niet van elkaar, behalve dan in de hoeveelheid energie die ze bevatten. Dus ook de valentie-elektronen (in de buitenste schil) zijn niet van een ander type dan de andere elektronen van het atoom.
Toch geef je deze elektronen in de buitenste schil een eigen naam 'valentie-elektronen' omdat ze zo'n speciale functie hebben. In belangrijke mate bepalen die valentie-elektronen de eigenschappen van het element.
Normaal gesproken hebben de hoofdschillen een voorkeursaantal aan elektronen. Als ze dat aantal hebben, zijn ze tevreden, dan zijn ze stabiel.
De buitenste hoofschil heeft een sterke voorkeur voor acht elektronen, maar in werkelijkheid hebben alleen de edelgassen echt een voorkeursaantal elektronen bereikt in hun buitenste schil.
Atomen die geen stabiele buitenste schil hebben, zullen proberen hun situatie stabieler te maken. Dat doen ze door samen te werken met andere atomen. Samenwerking heeft vaak succes. Zo'n proces om een stabielere situatie te verkrijgen, dat noem je een scheikundige of chemische reactie.
Dus: het zijn de valentie-elektronen die de hoofdrol spelen bij het vormen van chemische bindingen (zie module 03) tijdens chemische reacties (zie module 07). Dat weet je dan alvast.