Het redoxevenwicht; zwak en sterk

Een redoxreactie verloopt vaak in een reversibel, omkeerbaar proces, van het type 'evenwicht' (zie module 08).

Een reductor, na het afgeven van elektronen, verandert in een stof die - op haar beurt - weer kan opnemen: een oxidator.
En een oxidator, in een redoxreactie, wordt altijd een reductor.


koppel 1: red 1 ox 1 + elektronen
koppel 2: ox 2 + elektronen red 2
Totaalvergelijking: red 1 + ox 2 ox 1 + red 2


Wie de evenwichtsreacties (module 08) bestudeerd heeft, weet dat een evenwicht heel vaak eenzijdig aan één kant liggen (de kant van de zwakke stoffen), hetzij links hetzij rechts.
Je moet weten dat er ook sterke en zwakke oxidatoren en reductoren zijn.

Hoe sterker een oxidator, des te sterker de neiging van deze oxidator om elektronen op te nemen.
en natuurlijk ook:
Hoe sterker een reductor, des te sterker de neiging van deze reductor om elektronen af te staan.

In de tabellen zijn de oxidatoren en reductoren geordend naar sterkte.

De redoxreactie verloopt spontaan als we sterkere stoffen samenvoegen die zwakkere stoffen kunnen vormen.
Het omgekeerde is wel mogelijk, maar slechts met behulp van externe kracht (zie verderop).
Dus, wel of niet spontaan houdt direct verband met de sterkte van de reagentia.

In het algemeen mogen we zeggen dat een redoxreactie een evenwicht is:

red1 + ox2 ox1 + red2

Dit evenwicht beantwoordt aan de regels voor chemische evenwichten, bijvoorbeeld dat de sterken reageren ten gunste van de zwakken.
Oftewel, als je sterke stoffen samenvoegt, met voldoende energie, dan zal het grootste deel van die sterke stoffen verdwijnen (reageren) en daarbij verschijnen de zwakken in een spontaan proces.
Die zwakke producten houden nog wel een zwakke neiging om terug te reageren, maar - zwak als ze zijn - slagen daar niet goed in.
Je kunt ook zeggen: directe redoxreacties verlopen als je sterke stoffen samenvoegt.

Je kunt een redoxreactie voorspellen op grond van de plaats die oxidator en reductor innemen in de redoxtabel.
Algemene regel:
een redoxreactie verloopt (spontaan) als de oxidator zich boven de reductor bevindt (in tabel X)
Achter deze regel gaat iets anders schuil:
Als de oxidator zich boven de reductor bevindt, zullen de producten (aan de andere kant van de tabel) de zwakkere zijn.
En we weten dat die in een evenwicht overblijven.

Als de reagentia (red1 en ox2)sterk zijn (sterker dan de producten ox1 en red2), verloopt er een spontane redoxreactie, oftewel, het evenwicht gaat ver naar rechts, ten gunste van de producten.
Van red1 en ox2 blijft nauwelijks iets over en vaak wordt dan ook niet eens het evenwichtsteken (de dubbele pijlen) gebruikt.