Ionen zijn geladen deeltjes, hetzij negatief, hetzij positief. Een ion kan een enkel atoom zijn (maar dan met lading dus) of een groepje atomen met lading. Die lading wordt veroorzaakt doordat ze te weinig of te veel elektronen hebben.
Je hebt dus eenvoudige ionen en complexe ionen. Een voorbeeld van een complex ion is SO42- Dit deeltje is opgebouwd uit vier zuurstofatomen en één zwavelatoom, bij elkaar dus vijf atomen. Afgezien van de valentie-elektronen die deze vijf atomen van zichzelf hebben, zitten er in dit samengestelde, of complexe ion twee elektronen extra.

Denk eraan: De eigenschappen van een neutraal atoom zijn helemaal anders dan de eigenschappen van het bijbehorende ion.
Zo zijn bijvoorbeeld Na, Cl en F in neutrale vorm zeer giftig, maar in ionvorm zitten ze in keukenzout en fluortabletjes.


Als een atoomgroepje als geheel een lading heeft, noem je het een samengesteld ion, of complex ion.