De filosofen van de oude Griekse wetenschappen probeerden ook de natuur te begrijpen en uit te leggen. Zij waren het die het begrip "elementen" invoerden.
Aristoteles zei: er zijn vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Alle andere stoffen zijn daaruit opgebouwd.
Zo moet de stof 'hout' veel van het element vuur bevatten, want als je dat aansteekt, komt er veel vuur uit. Logisch toch?

Later, in de Middeleeuwen, gingen de alchemisten hierop door en voegden aarde en water samen tot "Mercuur". Lucht en vuur noemden ze het element "Sulphur". Als je de verhouding goed kiest of goed maakt, dan kun je goud maken.
Dit zijn fases in de ontwikkeling van de wetenschap. Elke fase gaf zijn eigen bijdrage.