Primaire eiwitstructuur

De volgorde van aminozuren in de polypeptiden, in de proteïnen, noemen we dus de primaire structuur. Het is de lineaire volgorde van de aminozuren.
Deze volgorde is buitengewoon belangrijk voor het functioneren van dat eiwit. Vaak zal het vervangen van één aminozuur genoeg zijn om de activiteit van het eiwit in het organisme flink te veranderen, misschien wel met zeer negatieve gevolgen.


figuur: albumine, De volgorde van de aminozuren en de plaatsen van de zwavelbruggen.


Secundaire eiwitstructuur

De polypeptideketens krullen zich op volgens een soort schroefdraad; we spreken ook wel van een "helix". Dat noemen we de secundaire structuur van het eiwit.


Tertiaire eiwitstructuur

Een lange polypeptideketen die al een helix gevormd heeft, dan nog steeds zo lang zijn dat die helix zich gaat opvouwen op een driedimensionale manier: de tertiaire structuur.


De krachten die de vorming van secundaire en tertiaire structuren mogelijk maken zijn:
  1. Waterstofbruggen
  2. vanderWaals krachten
  3. dipolaire krachten
  4. Zwavelbruggen (Cisteíne)


Quaternaire eiwitstructuur

De zeer grote eiwitmoleculen zijn samengesteld uit meerdere tertiaire bollen: quaternaire structuur.

Voorbeeld:
In het geval van hemoglobine van het bloed worden vier polypeptideketens, die elk al een tertiaire structuur hadden gevormd, samengevoegd tot één groot geheel: de quaternaire structuur.